Eerder hebben we jullie al voorgesteld aan de bestuursvoorzitter van Gezinsfundament, Cindy van Beek, en onze secretaris, Marleen Repko. Nu is het de beurt aan onze penningmeester, Arjo Wijnhorst. Hij vertelt onder andere over wat hij geleerd heeft uit zijn eigen jeugd en met wat voor een mooi traject hij bezig is samen met zijn vrouw Imke, die tevens ontwikkelingspsychologe is bij Gezinsfundament.
Je hebt geen kinderen, heb je wel een kinderwens?
Ja wij hebben zeker een kinderwens. Dat is de reden waarom we op dit moment met adoptie bezig zijn. Voor ons een mooie periode waarin we in ‘verwachting’ zijn van een kindje dat straks aan onze zorg toevertrouwd wordt.
Wat vind je belangrijk om jullie kindje straks mee te geen?
Ik vind het belangrijk om ons kindje straks Gods liefde mee te geven. Dat is volgens mij het belangrijkste dat je aan je kinderen kunt meegeven en wat je je kinderen kunt laten zien in de praktijk.
Waarom ben je penningmeester geworden van Gezinsfundament?
De invloed van het gezin en daarmee ook opvoeding is enorm. Als het goed gaat kun je enorm genieten van de gezinssituatie en vormt dit een belangrijke basis. Veel ouders zijn helaas onzeker over de opvoeding. Daarnaast zijn er veel ouders die (verder) willen groeien. Gezinsfundament helpt ouders hier op een mooie manier bij. Door mijn achtergrond als assistent-accountant ben ik blij dat ik mijn steentje mag bijdragen aan het fundament dat gelegd wordt in gezinnen door het werk van Gezinsfundament.
Wat wil je ouders meegeven?
Ouders wil ik graag meegeven hoe belangrijk positieve woorden zijn in de opvoeding van een kind. De invloed hiervan heb ik in ons gezin van heel dichtbij gezien. In onze jeugd werd er altijd gekeken naar de dingen die we wel konden doen en niet naar wat er allemaal niet mogelijk was. Dit ondanks het feit dat mijn ouders te maken hadden met twee kinderen met een handicap, namelijk mijn broertje en ik. Mijn ouders keken naar en spraken over de mooie dingen die we hadden en de leuke dingen die we bijvoorbeeld samen gingen doen. Het heeft er mede voor gezorgd dat wij een fantastische jeugd hebben gehad. Ik ben hen daar erg dankbaar voor, want dat heeft mij ook gevormd tot de persoon die ik nu ben. Ik kan me herinneren dat ik bijvoorbeeld als kind niet mee kon doen met voetballen, aangezien ik in een rolstoel zit. Maar ik weet ook nog dat ik dan zei: “tja, maar zij kunnen niet meedoen met rolstoelhockey”. Als je als ouder positieve woorden over je kinderen, maar ook in het algemeen spreekt, dan zal dit een positieve invloed op hen hebben.
Bron: Gezinsfundament
