Een fysieke of verstandelijke beperking hoeft geen belemmering te zijn om te gaan sporten. Toch is er een flinke duw in de goede richting voor nodig om af te rekenen met dat hardnekkige misverstand. Sportservicepunt Uniek Sporten in de regio Arnhem doet dat door doelgroep en sportaanbieders bij elkaar te brengen. Met hulp van alle betrokken partijen.
Alleen in de regio Arnhem al zijn er 65 sportaanbieders met faciliteiten die het mogelijk maken om mensen met een beperking in beweging te krijgen. Vooralsnog geldt echter: onbekend maakt onbemind. De doelgroep is slechts matig op de hoogte van het aanbod. “Wij zijn daarom een loket met meerdere doeleinden”, zegt Arjo Wijnhorst die bij Uniek Sporten coördinator aangepast sporten is. “Mensen die bijvoorbeeld graag willen tennissen kunnen ons bellen of mailen met hun vragen. We zijn er voor dat publiek, maar ook voor de verenigingen die in de praktijk op problemen stuiten die een oplossing verlangen.”
Specifieke aanpak
Sporters met een beperking begeleiden is geen onmogelijke opgave, maar vraagt om een specifieke aanpak. Daarom wijst Uniek Sporten hen op mogelijke sponsors en subsidies. “Het financiële aspect is belangrijk. Net zoals deskundigheidsbevordering om de ondersteuning tijdens het sporten te optimaliseren.”
Wijnhorst is als werknemer het gezicht van Uniek Sporten, maar daarachter gaat een innige samenwerking schuil tussen verschillende partijen; overheden, zorginstellingen, revalidatiecentra en scholen voor speciaal onderwijs besloten tweeëneenhalf jaar geleden hun krachten te bundelen om te komen tot een gezamenlijke aanpak. “We hebben alles gestroomlijnd; één naam, één logo, één loket. Iedereen werkt voor hetzelfde programma, met hetzelfde doel. Op werkvloerniveau staan al deze partijen met elkaar in verbinding. Dat schept helderheid. De afstand tussen mensen met een beperking en een sportvereniging is veel kleiner geworden.”
Korte weg
Belangstellenden kunnen uiteraard direct bellen naar het sportservicepunt, maar er zijn gevallen waarin dat niet voor de hand ligt. Dan leidt een korte omweg soms tot een beter resultaat. Wijnhorst geeft een voorbeeld. “Als een leerling die speciaal onderwijs volgt op school aangeeft dat hij graag wil tennissen, kan er via combinatiefunctionarissen op die school gemakkelijk contact met mij worden opgenomen. Ik kan dan het aanbod langslopen en samen brengen we sportvereniging en de geïnteresseerde met elkaar in contact of kijken we of het noodzakelijk is het aanbod uit te breiden.”
Uniek Sporten is er voor iedereen met een beperking, maar heeft een leeftijdsgrens ingesteld bij 65 jaar. Geld en het gebrek daaraan is in dat opzicht doorslaggevend. Wijnhorst: “We realiseren ons dat het gaat om een potentieel zeer grote doelgroep, met name omdat er veel chronisch zieken onder vallen. Onze financiële middelen zijn op dit moment niet toereikend om daar adequaat op in te spelen. We moeten kiezen. Onze weg is om nu van onderop aan mensen met een beperking duidelijk te maken dat er veel mogelijkheden zijn om te sporten. Bij het jongere deel van onze doelgroep kunnen we de grootste winst boeken en een gedragsverandering teweeg brengen.”
Best practice
Uniek Sporten wordt gefinancierd door de vier gemeenten waarin het loket actief. Zij betalen per jaar 25 cent per inwoner. Daarnaast is er een structurele bijdrage van de Gelderse Sport Federatie. Wijnhorst hoopt dat er in de nabije toekomst ook buiten de regio Arnhem een start wordt gemaakt met vergelijkbare initiatieven. Hij ziet in Uniek Sporten een best practice. “Mocht er interesse zijn, dan vermoed ik dat onze aanpak grotendeels gekopieerd kan worden. Het wiel hoeft echt niet nog een keer te worden uitgevonden.”
Relevant blijft volgens Wijnhorst wel de vraag waar gemeenten de financiële middelen vinden om dergelijke projecten mogelijk te maken. Het sportbudget staat onder druk, maar dat hoeft geen al te groot probleem te zijn. Voor combinatiefunctionarissen is door overheden de komende jaren nog voldoende geld gereserveerd en Uniek Sporten sluit volledig aan bij deze rijksregeling. Wellicht is er ook nog ruimte om via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Wijnhorst: “Doel van die wet is om de participatie te verhogen. Dat kan prima via sport en is bij uitstek wat wij doen.”
Bron: Sportknowhowxl
Tekst: Thomas van Zijl
Foto: Mathilde Dusol Fotografie